VEILIG BRANDEN VAN KAARSEN
Onjuist gebruik van kaarsen kan gevaarlijk zijn. Wij als Ongestoord Genieten vermelden gebruiksinstructies in de vorm van pictogrammen, zodat u veilig en optimaal kunt genieten van de kaarsen. De pictogrammen brengen de boodschappen in één oogopslag over. U kunt de betekenis van de pictogrammen hieronder terugvinden.
Betekenis pictogrammen
Laat kaarsen nooit zonder toezicht branden.
Brand kaarsen buiten het bereik van kinderen en huisdieren.
Wij adviseren brandende kaarsen minimaal 10 centimeter van elkaar af te plaatsen. Kaarsen die te dicht naast elkaar staan, verwarmen elkaar en kunnen gaan druipen.
Plaats kaarsen nooit op een brandbare ondergrond of in de buurt van brandbare materialen, zoals gordijnen
Plaats geen kaarsen op de tocht, zoals in of bij een raam- of deuropening. Kaarsen die op de tocht staan gaan vaak walmen en druipen.
Plaats kaarsen in een rechte positie. Kaarsen die scheef staan gaan vaak walmen en druipen.
Doof de kaars altijd met een kaarsendover en gebruik geen water. Blaas de kaars bij voorkeur niet uit. Dit voorkomt spatten van het warme kaarsvet.
Gebruik altijd een onbrandbare kaarsenhouder.
Leg geen afgebrande lucifer of andere materialen in het kaarsvet. Daardoor kan een tweede vlam ontstaan, waardoor de kaars onjuist opbrandt en kan gaan druipen of walmen.
De pit (het brandende gedeelte van de lont) mag 10 tot 15 millimeter zijn. Knip een deel van de pit af wanneer hij te lang wordt. Kaarsen met een te lange pit kunnen gaan walmen en flakkeren.
Plaats kaarsen niet dichtbij een warmtebron zoals zonlicht, verwarming of open haard. Kaarsen die te dicht naast een warmtebron staan, kunnen gaan druipen.
Verplaats een brandende kaars nooit.
Plaats de kaars (ook een afgevuld glas) op een onbrandbare onderzetter.
Gebruik een geschikte houder. Sommige kaarsen zijn alleen geschikt voor het branden in speciale houders, ter voorkoming van beschadiging van het oppervlak waar de kaars op staat.